home

Roy van Leusden, fysiotherapeut

Knappe koppen. In OLVG hebben we er genoeg. In deze rubriek maak je kennis met de bijzondere talenten van onze verpleegkundigen, artsen en het ondersteunend personeel. Vandaag stellen we je voor aan Roy van Leusden, fysiotherapeut en hartrevalidatiecoach. Met het project Bewegen naar beter zet Roy zich in om van OLVG een beweegziekenhuis te maken: ‘Patiënten herstellen sneller als ze uit bed komen’.

Wat doe je als fysiotherapeut in OLVG?

‘Een belangrijk deel van mijn werk is om patiënten zo snel mogelijk weer in beweging te krijgen.
Ik begeleid patiënten bij hun revalidatie na bijvoorbeeld een hartinfarct of openhartoperatie. En ik werk op de chirurgische verpleegafdelingen, waar patiënten liggen die net geopereerd zijn.'

Waarom is bewegen zo belangrijk?

‘Als je veel op bed ligt verlies je snel spierkracht. Door te bewegen bouw je spierkracht op en herstel je sneller. Bovendien voorkom je dat je afhankelijk wordt van zorgverleners, kun je sneller naar huis en heb je eenmaal thuis ook minder zorg nodig.’

Is dat niet lastig?

‘Soms liggen patiënten nog aan allerlei infusen en meetapparatuur. Toch kunnen we ook dan al beginnen met bewegen. Bijvoorbeeld door samen te oefenen met het wisselen van liggen naar zitten. Of door voorzichtig uit bed te komen en een stukje te lopen. Als het lukt nemen we patiënten mee naar de oefenzaal, waar we trainingsmaterialen en veel ruimte hebben.’ 

Hebben patiënten die ziek in bed liggen wel zin om te bewegen?

‘De ene patiënt moet je motiveren, de andere afremmen. Patiënten die geen zin hebben probeer ik uit te leggen wat er gebeurt als ze niet bewegen. Hier in het ziekenhuis hebben we vaak te maken met eigenwijze Amsterdammers. Met een beetje humor en een lolletje lukt het wel om ze in beweging te krijgen.’

Waarom verkies jij werken in het ziekenhuis boven een eigen praktijk?

‘Wat ik hier leuk vind is dat we met z’n allen bezig zijn om een patiënt beter te maken. Samen met ergotherapeuten, artsen, verpleegkundigen, logopedisten, diëtisten en maatschappelijk werk staan we om een patiënt heen. We helpen ze met basisdingen: om uit bed te komen, te lopen. Als ze na een tijdje lopend de afdeling verlaten, zijn ze zó dankbaar.’