home

Maarten Simons, chirurg

Foto van Maarten Simons

Knappe koppen. In OLVG hebben we er genoeg. In deze rubriek maak je kennis met de bijzondere talenten van onze verpleegkundigen, artsen en het ondersteunend personeel. Vandaag stellen we je voor aan Maarten Simons, chirurg. Sinds 2009 reist Maarten 10 dagen per jaar met een team naar Ghana om mannen met een liesbreuk te opereren. ‘Regelmatig sta ik in het donker te opereren. Met een zaklamp, of alleen met het lampje van een mobiele telefoon. Het blijft wel Afrika.’

Van chirurg in OLVG naar chirurg in de tropen: dat lijkt me best een omslag.

‘Ja, maar ik ga niet alleen. Gemiddeld reizen we met een groep van 15 mensen, waaronder chirurgen en assistenten. Vanaf het eerste jaar gaat chirurg Frank Garssen mee: hij werkte ooit 5 jaar in de tropen voor Artsen Zonder Grenzen en had veel ervaring in het werken onder barre omstandigheden. Die ervaring komt in Ghana goed van pas, want de middelen zijn beperkt.’

Hoe ziet zo’n week eruit?

‘We opereren vijf dagen achter elkaar, 10 tot 12 uur per dag. Het doel is om zoveel mogelijk mannen te opereren die het anders niet kunnen betalen. Vaak zijn het vissers of boeren die ernstig beperkt zijn geworden door hun liesbreuk en nauwelijks meer kunnen werken. Iedere keer is de lijst met patiënten die behandeld moeten worden langer dan we aankunnen. Afgelopen januari hebben we 104 mannen geopereerd, in totaal staat de teller op 1700 operaties. Dat is veel, maar niet meer dan een druppel op een gloeiende plaat: ik schat dat er in Ghana 400.000 mannen een liesbreukbehandeling nodig hebben.’

Hebben jullie ook als doel om ter plekke Ghanese artsen op te leiden?

‘Helaas lukt dat niet in één week. Wij proberen dat wel, maar de artsen die ons ontvangen zijn geen chirurgen. Onze assistenten nemen de theorie met ze door en doen voor hoe je een naaldvoerder vasthoudt, maar verder komen we niet. Ik ben één keer in mijn eentje een week naar Ghana gegaan om workshops te geven en filmpjes te maken van hoe je een liesbreuk opereert. Maar eigenlijk zou je 100 chirurgen moeten opleiden die allemaal 400 operaties per jaar gaan doen. Tja. Over Afrika moet je ook een beetje somber zijn. De progressie is heel langzaam, helaas.’

Dat lijkt me best frustrerend.

‘Ja, maar doordat ik mijn eigen jeugd deels in Afrika heb doorgebracht ben ik het gewend. Elke reis gaat er wel iets mis: onze visa kloppen niet, het materiaal is er niet of de patiënten zijn te laat. Toch komt het altijd goed. We zijn dusdanig voorbereid dat we – hoe dan ook – kunnen opereren. Aan onze assistenten laten we zien hoe het is om met beperkte middelen deze chirurgie te kunnen doen. Er is geen echoapparaat, geen CT-scan, geen MRI. Een hechting gebruiken we niet voor 1 knoop maar voor 6 knopen. Ze leren opereren met een botte schaar en een slecht mes. Daardoor zien ze ook in hoe goed we het in Nederland hebben.’

Sinds 2015 heb je een eigen stichting: Dutch Operation Hernia. Zijn er sponsors die jullie reis en werkzaamheden financieel mogelijk maken?

‘We hebben 3 goede sponsors gehad, waaronder een tevreden oud-patiënt die toevallig veilingen voor goede doelen organiseerde. Van het geld bekostigen we de koffers vol medische materialen die we meenemen en de helft van onze vliegtickets; de andere helft betalen we zelf. Overigens krijgen we ook van de OK en de Apotheek in OLVG veel materiaal mee. Omdat de ziekenhuizen in Ghana ons uitnodigen, slapen en eten we op hun kosten. Aan het eind van de week organiseren we wel altijd een feest, om met de lokale mensen en ons team de successen te vieren én de onderlinge band te versterken.’

Over 2 jaar ga je met pensioen. Blijf je dan nog opereren in Afrika?

‘Volmondig ja. Het liefst wil ik dan twee of drie keer per jaar een paar weken naar Ghana, deels samen met mijn vrouw. Zij is kinderboekenuitgever en wil met een koffer vol boeken kinderen gaan lesgeven. Van Afrika krijg ik energie, vitamine D door de zon en ik mag er werken met prachtige mensen, dus ik hoop er nog vaak te komen.’