← Terug naar overzicht

Lithiumcarbonaat

Lithium behandeling in zwangerschap en post partum

Lithium behandeling tijdens eerste en tweede trimester van de zwangerschap:

  • Renale klaring van lithium neemt toe tijdens de eerste helft van de zwangerschap waardoor meestal hoger gedoseerd moet worden en daarom moeten er regelmatig bloedpsiegel concentraties gemeten worden. Er wordt aangeraden om de dosering lithium (Priadel of Camcolit, zowel lang en kortwerkend) te verdelen over twee of drie giften op de dag. Houdt de therapeutische breedte tussen 0,8 en 1,0 mmol/l aan.
  • Foetale lithium concentraties zijn gelijk of hoger dan de maternale concentraties.
  • Labcontrole van lithiumdalspiegel (12 uur na laatste inname), nierfunctie en elektrolyten 1x per 2-4 weken, TSH en vrije T4 1x per trimester, bij een gestoorde schildklierfunctie overweeg verwijzing naar de internist voor nadere diagnostiek onderzoek en indien nodig behandeling.

Bij de ongeboren vrucht bestaat er een iets verhoogde kans op congenitale afwijkingen, waarvoor wij een gespecialiseerd echo onderzoek (GUO) bij 20 weken zwangerschap adviseren.

Lithium behandeling tijdens derde trimester van de zwangerschap:

  • Er is tijdens het laatste trimester een verhoogde kans op vermindering van de renale klaring van lithium waardoor het risico op intoxicatie toeneemt. Vandaar volgende richtlijn voor lithiumspiegel bepaling:
    • Controleer de zevende maand van de zwangerschap de lithiumdalspiegel 1x per 2-4 weken.
    • Controleer de achtste maand van de zwangerschap de lithiumdalspiegel 1x per 1-2 weken.
    • Controleer de laatste maand van de zwangerschap de lithiumdalspiegel 1x per week.

Lithium behandeling tijdens de zwangerschap algemeen:

  • Signaleringsplan opstellen met patiënte en partner. Kopie van signaleringsplan moet aan familie/partner gegeven worden, aan kinderarts, gynaecoloog, verloskundige en verpleegkundigen van de kraamafdeling of de PAAZ en psychiater van patiënte.
  • Adequate mondelinge informatie aangevuld met folder waarin nogmaals algemene informatie en intoxicatieverschijnselen van lithium zijn beschreven.
  • Gedurende zwangerschap regelmatige psychiatrische controle van patiënte.

Lithium behandeling tijdens partus:

  • Bij regelmatige weeën lithium staken.

Lithium behandeling tijdens kraambed:

  • Klinisch kraambed ter observatie moeder en kind; bij 30% van de pasgeborenen is er kans op het ontstaan van ontwenningsverschijnselen.
  • Bij moeder en kind bestaat er een verhoogde kans op een lithiumintoxicatie door daling nierklaring van lithium na de partus (de maternale glomerulaire infiltratie snelheid (GFR) keert dan snel terug naar de preconceptionele waarde).
  • Lithium direct na partus herstarten in dezelfde dosering als patiënte gebruikte voor de weeënactiviteit.
  • De lithiumdalspiegel bij voorkeur op 2e en 5e dag na de bevalling bepalen.
  • Borstvoeding wordt ontraden.
  • Geen lactatieremmende medicatie (bromocriptine) vanwege risico op psychose of manie. Adviseer aan patiënte om een strakke BH aan te doen.
  • Cave slaapstoornissen bij patiënte, omdat slaaptekort een manie of psychose kan luxeren. Indien er slaapstoornissen zijn start met benzodiazepines.

Lithium behandeling post partum:

  • Lithiumdalspiegel bij voorkeur op dag 2, 5 en 12 na de bevalling controleren en dan weer volgens het normale schema.
  • Controleer schildklierfunctie van patiënte 3, 6 en 9 weken post partum daarna weer volgens schema (bij een gestoorde schildklierfunctie overweeg verwijzing naar de internist voor nader onderzoek en behandeling). De schildklierfunctie van het kind wordt automatisch nog een keer rond de vijfde dag post partum gecontroleerd dmv de hielprik.
  • Eerste 6 maanden regelmatige psychiatrische controle.

De auteurs van deze informatie geven deze adviezen gebaseerd op literatuur onderzoek. Het gaat hier niet om de persoonlijke opinie en/of voorkeur van de auteurs.
De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling POP-expertisecentrum van OLVG. Laatst gewijzigd: 14 december 2020